Zuiderzeevloed 1916

Er lagen sinds het midden van de 19e eeuw al diverse plannen van verschillende waterbouwkundigen om de almaar oprukkende Zuiderzee in te dammen.
Al in 1886 werd een Zuiderzeevereniging opgericht (Age Buma en P.J.G. van Diggelen)  met als doel het opstellen van een plan om de Zuiderzee af te sluiten en geheel of gedeeltelijk in te polderen.

Tijdens de stormvloed van 13 op 14 januari 1916, braken op tientallen plaatsen rond de Zuiderzee de dijken. Onder andere Marken werd zwaar getroffen.
Déze ramp in combinatie met de voedselschaarste gedurende de Eerste Wereldoorlog leidde tot de totstandkoming van de Zuiderzeewet.
Een plan van Cornelis Lely uit 1891 kreeg weer aandacht. Op 9 september 1916 leverde Lely een definitief ontwerp in. Deze wet werd aangenomen.

Zuiderzeewet

bepaalde slechts dat de Zuiderzee zou worden afgesloten door een Afsluitdijk . Op een later tijdstip zou de regering bepalen welke gedeelten van de Zuiderzee zouden worden ingepolderd en in welke volgorde. (Zuiderzeewerken).

  • 1927 Proefpolder Andijk (40 ha)
  • 1930 Wieringermeer (20 000 ha)
  • 1932 Afsluitdijk
  • 1942 Noordoostpolder (48 000 ha)
  • 1957 Oostelijk Flevoland (54 000 ha)
  • 1968 Zuidelijk Flevoland (43 000 ha)
  • In 1976 waren ook de dijken klaar die voor inpoldering van de Markerwaard nodig waren. Inmiddels waren de inzichten dusdanig gewijzigd dat dit deel van het plan niet is uitgevoerd. In 2003 werd door de regering besloten dat de Markerwaard niet zou worden drooggelegd.

Noordoostpolder

Omdat de Wieringermeer in de Zuiderzee was aangelegd, nog voor de Afsluitdijk werd gesloten, was de Noordoostpolder strikt genomen de eerste IJsselmeerpolder.

  • In 1939 was de dijk tussen Urk en Lemmer klaar. Vanaf dat moment was Urk geen eiland meer.
  • In 1940 werd de dijk Urk-Overijssel  gesloten en kon het droogmalen beginnen.
  • Drie gemalen zouden de polder droogmalen. Het gemaal Vissering was te laat klaar. Gemaal Buma en Smeenge deden er bijna drie jaren over.
  • In 1942 september , dus tijdens de Tweede Wereldoorlog, viel de Noordoostpolder (afgekort NOP) eindelijk droog.

De oorlog

De Duitsers vonden de Zuiderzeewerken wel een interessant project. Het zou een flinke graanschuur opleveren en een streng geselecteerde bevolkings-samenstelling  sprak de bezetter ook wel aan.  Zij gedoogden dus de werkzaamheden. Polderwerkers hoefde niet te werken in de oorlogsindustrie in Duitsland. Het animo was daardoor zo groot, dat de Noord Oost Polder (NOP) ook wel  Nederlands Onderduikers Paradijs werd genoemd.