Het Voorsterbos

Het Voorsterbos is een van de oudste bossen in de Nederlandse provincie Flevoland. Het ligt tussen Kraggenburg en Vollenhove, en is eigendom van Natuurmonumenten.
Het is bijna 1000 ha groot. Naar het zuidoosten sluit het gebied aan op het Kadoelerbos. In het oosten wordt het gebied begrensd door het Kadoelermeer dat tevens de grens vormt met Overijssel.
De eerste aanplant vond plaats in 1944. Het was oorspronkelijk een productiebos waar populieren en sparren waren aangeplant. In 1997 kwam het in het bezit van Natuurmonumenten.
Sindsdien kreeg het bos een natuurlijker structuur.
Naast het eigenlijke Voorsterbos bestaat het gebied uit het ‘Waterloopbos’ en het ‘Wendelbos’.

Wendelbos
Het Wendelbos is 120 ha groot. Het is genoemd naar het dorp Wendele dat hier in de Middeleeuwen heeft gelegen.
Hier zijn omstreeks de eeuwwisseling veel jonge bomen aangeplant, zoals wilgen, populieren, elzen, essen en fladderiepen.
Ook werden er twee beken gegraven om water aan te voeren.

Waterloopbos

Proefprojecten in het Waterloopbos
Het Waterloopbos was van 1952 tot 1995 eigendom van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft, dat hier een nevenvestiging had onder de naam Waterloopkundig Laboratorium “De Voorst”. In 35 grote schaalmodellen van zeearmen en havens, zoals van de Deltawerken en de haven van Lagos, werden proeven gedaan om de invloed van waterbouwkundige werken op de loop van het water te kunnen voorspellen. Omdat de bodem van het bos ca. 5 meter lager ligt dan het peil van het Vollenhovermeer was het eenvoudig om waterlopen na te bootsen: men groef sloten en kanalen om het water naar de modellen te leiden en met behulp van schuiven werd de aanvoer ervan geregeld. De afvoer verloopt via de Zwolsevaart, waarvan het peil weer twee meter lager ligt.

Uiteindelijk is het bos verlaten omdat computermodellen de plaats van schaalmodellen hebben ingenomen. Sommige proefopstellingen werden afgebroken. Het terrein is nu opengesteld voor publiek. Het bos is erg vochtig vanwege de vele proefopstellingen, waardoor er een speciale habitat is ontstaan. Na de verkoop van het terrein aan een vastgoedontwikkelaar als onderdeel van de privatisering van het Waterloopkundig Laboratorium in 1995 dreigde hier een bungalowpark met 1000 vakantiewoningen te worden aangelegd, maar de omwonenden en diverse natuurorganisaties verhinderden dit. Sinds 2002 is de grond eigendom van Natuurmonumenten, die het bos voor bezoekers toegankelijk heeft gemaakt. Natuurmonumenten is bezig alle overgebleven proefopstellingen weer schoon te maken zodat ze toonbaar zijn voor het publiek. Hierbij bleek een aantal opstellingen ernstig in verval te zijn door vorstschade en spontaan opgekomen bomen. Een zoutsilo bij een van de opstellingen is geschikt gemaakt als overwinteringsplaats voor vleermuizen. De franjestaart en dwerggrootoor verblijven hier. Verder is er een bezoekerscentrum gebouwd, waar men kan kennismaken met de geschiedenis van en de natuur in het gebied.

N.L.R.

Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (nu: Netherlands Aerospace Centre NLR) is in 1919 opgericht, tegelijkertijd met Fokker en de KLM.
Na de Tweede Wereldoorlog maakte het NLR een flinke groei door.
Het NLR wilde expanderen en ruimte daarvoor werd gevonden in de Noordoostpolder.
Daar was de grond goedkoop en waren de energie- en watervoorziening goed geregeld.
Ook waren er in de omliggende gemeenten voldoende huisvestingsmogelijkheden voor de medewerkers.
Bovendien kon er zonder problemen proefgedraaid worden met lawaaiige motoren, want er waren geen buren waar rekening mee gehouden moest worden.
Daarnaast werd de komst van het NLR toegejuicht door het provinciale en lokale bestuur, omdat het de komst van hoogwaardige werkgelegenheid betekende in een agrarische omgeving.