Plannenmakersbuurt, (ingenieursbuurt / Geleerdenbuurt)

De ingenieursbuurt is tussen 1951 en 1955 voor 75% opgebouwd. In de jaren 1956 en 1965 is de resterende 25% gebouwd. De wijk is opgebouwd uit kleine arbeiderswoningen met relatief grote tuinen. De tuinen dienden als moestuin. Akkerbouw was toentertijd een uitgangspunt van de opbouw van de nieuwe polder (rond 1951 – 1952).

Aan de straten ten noorden van de Lange Nering zijn de namen verbonden van ontwerpers van plannen om de Zuiderzee af te sluiten en droog te leggen.
Ook personen die op andere wijze hadden meegewerkt aan de droogmaking zijn vernoemd.
Zo ontstonden de KLOPPENBURGSTRAAT, de FADDEGONSTRAAT, de VAN DIGGELENSTRAAT, de BEIJERINCKSTRAAT, de STIELTJESSTRAAT, de LEEMANSSTRAAT, de PROFESSOR HUETSTRAAT, de WENMAEKERSSTRAAT, de JONKHEER OPPERDOES ALEWIJNSTRAAT, de KOOY STR A AT, de BUMALAAN, de PROFESSOR TER VEENSTRAAT en de PROFESSOR LORENTZSTRAAT.

De uitbreiding van de geleerdenbuurt of plannenmakersbuurt in noordelijke richting is genoemd naar twee voorlopers van de reeds vernoemde geleerden: LEEGHWATERSTRAAT en HENDRIC STEVINLAAN.

Vooral de wens om ex-landdrost Smeding met een straatnaam te eren is aanleiding geweest om naast de plannenmakers van het eerste uur ook de meer recente ‘founding fathers’ te vernoemen.
Zo ontstond naast de wijk van de ontwerpers, aan de andere kant van de Sportlaan, een wijk met straten genoemd naar hen die na de ontwerpers gekomen zijn, de personen die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de definitieve afsluiting en droogmaking en bij de opbouw van de polders:

de MINISTER LELYSINGEL, de COLIJNLAAN, de VISSERINGLAAN, de JANSMALAAN, de WORTMANLAAN, de DE BLOCQ VAN KUFFELERLAAN, de PROFESSOR GRANPRE MOLIERELAAN, de VERHAGENLAAN, de PROFESSOR THIJSSELAAN en het SMEDINGPLEIN.

Overzicht van de plannen

Aan de naam PLEIN ALMERE zijn enkele andere namen vooraf gegaan. De landdrost stelde in eerste instantie de naam Plein 1918 voor, naar het jaar waar in de Zuiderzeewet werd aangenomen.
De poldercommissie had hiertegen nogal wat bezwaren: men zou bij het jaartal 1918 eerder aan andere gebeurtenissen denken en de huisnummering zou verwarrend worden.
De commissie kwam zelf met Zuiderzeeplein.
De landdrost antwoordt de commissie, dat die naam alle logica aan het oorspronkelijke idee, waarin de plannen voor de afsluiting en droogmaking centraal staan, ontneemt.
Zijn nieuwe suggestie luidt Wortmcinplein, waama de Wortmanlaan dan een andere naam zou kunnen krijgen.
Ook dit voorstel vindt geen genade. Tenslotte wordt, weinig consequent, de naam Plein Almere voorgesteld en hiermee kan de Poldercommissie zich wel verenigen.