Scheepsbuurt (Botenbuurt)

In 1953 is wederom een gebied tussen de Lange Dreef en de Urkervaart bebouwd. Een deel van de straten wordt genoemd naar de scheepstypen die vroeger op de Zuiderzee hebben gevaren; een ander deel naar de admiraals wier namen verbonden zijn aan de slag op de Zuiderzee.

De oost-westverbindingen heten naar de vissersvaartuigen van respectievelijk Schokland, Urk en Lemmer: SCHOKKERWAL, BOTTERSTRAAT en AAKSTRAAT. De punter van de Kuinder vissers is vernoemd in de PUNTERSTRAAT. Dit is hier de enige noord-zuidstraat die naar een vissersschip heet.
De twee andere noord-zuidstraten worden genoemd naar de koopvaardijschepen van de Zuiderzee: KOGGESTRAAT en KLIPPERSTRAAT. Naderhand worden hier de TJALKSTRAAT en de JOLSTRAAT aan toegevoegd. Het gebied wordt begrensd door het CORNELIS DIRKSZPLEIN, de CORNELIS DIRKSZSTRAAT en de BOSSULAAN.

De straten achter de Bossulaan, die jonger zijn dan de overige straten in deze wijk, zijn weer genoemd naar scheepstypen: BARKSTRAAT, SCHOUWSTRAAT en SCHOENERSTRAAT.

De wijk wordt aan de zuidkant begrensd door de ZUIDERKADE, oorspronkelijk (in 1948) Kade geheten.

De Zuiderkade loopt door tot aan de NAGELERSTRAAT, die naar het gelijknamige dorp leidt. De straten aan de andere zijde van de Nagelerstraat hebben hun oorsprong in de bouwnijverheid: NIJVERHEIDSSTRAAT, BOUWERSKAMP, HOUTTUINEN, SMEDEN, STAALSTRAAT, STEENSTRAAT, HOUTSTRAAT en RAAMSTRAAT.

De namen KAMPWAL en VEERPLEIN vallen buiten het bouwkundige bestek; zij houden de herinnering levend aan het kamp en het veer, die ooit hier te vinden waren.

Emmeloord had ook een schietbaan van het Ministerie van Defensie (gebruikt door de S.W.G.) nabij de flatwoningen aan de Schoenerstraat