Informatie over Nagele

ieder met zijn kunst, monumenten,  historische luchtfoto’s en weetjes

Bordje BantBordje RuttenBordje CreilBordje EspelBordje TollebeekBordje NageleBordje EnsBordje KraggenburgBordje MarknesseBordje LuttelgeestBordje SchoklandBordje Urk

Nagele

Nagele is een dorp dat flink verschilt van de andere dorpen in de Noordoostpolder. Werden zij gebouwd volgens de wat traditionele opvattingen van de zg. Delftse School, in Nagele mochten in de jaren vijftig de aanhangers van de Opbouw en De Acht, vertegenwoordigers van het Nieuwe Bouwen, hun plannen proberen te verwezenlijken.
Bij deze groep architecten hoorden bekende namen als Aldo van Eyck, Gerrit Rietveld, Mien Ruys en vele anderen.

Er was een duidelijke opdracht vanuit de directie:
Ontwerp een dorp met ongeveer 300 woningen, 3 kerken, 3 scholen, winkels, een dorpshuis, een sportzaal, horeca en een begraafplaats. Het plan is later bijgesteld van 300 naar 500 woningen

Bij het binnenkomen van het dorp valt de grote centrale parkachtige ruimte op, daarin zijn de scholen, de kerken en het wijk-sportgebouw gesitueerd.
Daar omheen bevinden zich een aantal hofjes, die op hun beurt weer om een centrale parkachtige ruimte liggen.
Alle gebouwen en woningen hebben platte daken. Om Nagele heen is een grote parkachtige bomengordel geplant. Nu na bijna een halve eeuw begint het dorp door het volgroeien van de aanplant steeds meer karakter te krijgen. Eén van de principes is binnen en buiten, wonen en natuur met elkaar te verbinden, zodat de kwaliteit van leven beter zou worden.

In Nagele is de oude rk kerk ingericht als Museum Nagele. In het museum is er een goed gedocumenteerde, professionele tentoonstelling over het ontstaan van Nagele. Met daarnaast steeds twee wisselexposities. Het museum is open van donderdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00uur

De Naam.

De naam NAGELE komt van het gelijknamige eiland, dat tussen Urk en Schokland lag en in 1138 voor het eerst genoemd wordt”. Reeds eerder was er ten noorden van Urk een water met de naam Nagel deze naam werd tot in de twintigste eeuw gebruikt.

De betekenis is vooralsnog duister.

Nagele-wapen-1.png

Nagele-vlag-1.png

Oorsprong Nagele

Nagele was vroeger een nederzetting in de voormalige Zuiderzee. Een deel van de huidige Noordoostpolder was toen land en er werd in dat gebied gewoond in misschien wel tien nederzettingen. Sommige van deze nederzettingen hadden een kapelletje, het middeleeuwse Nagele had zelfs een kerk.

Nagele lag aan een belangrijke vaarroute van de IJsselmonding naar Staveren.
Waarschijnlijk is Nagele, dat tussen Urk en Schokland lag, tijdens een zware stormvloed omstreeks 1300 in de golven verdwenen.
De strijd tegen het water, ook tegen het water van de Zuiderzee, is al vele eeuwen oud!
Op 14 juni 2018 was het 100 jaar geleden dat de Zuiderzeewet van kracht werd. Museum Nagele besteedde daar het gehele jaar aandacht aan, o.a. met een presentatie op 7 juni door drs. Yftinus T. van Popta (Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie, Maritieme Archeologie), getiteld ‘Verdronken dorpen en de Zuiderzee’.

Huis Polman

1958
MUSEUMHUIS POLMAN VAKANTIEWONING

De woningen in de Karwijhof zijn in originele staat gebleven. Het zijn de eerste semi doorzonwoningen. Vereniging Hendrick de Keyser is eigenaar van de meeste huizen. Deze vereniging zet zich in voor het behoud van architectonisch of historisch belangrijke gebouwen in heel Nederland. Het Museumhuis Polman, genoemd naar de eerste bewoners, is helemaal ingericht in de stijl van de jaren 50. De naastgelegen vakantiewoning  Karwijhof’ heeft een interieur uit de jaren 70.

Herbeleef de jaren ‘50

In Huis Polman kom je door de achterdeur naar binnen, zoals het vroeger ook ging, en stap je zo de jaren ’50 binnen. Wanneer je het huis betreedt, ervaar je zelf zelf hoe het is om hier in de jaren van de wederopbouw te hebben gewoond. Je waant je letterlijk Annie of Bernard Polman, één van de eerste bewoners van de Noordoostpolder. Ga gerust lekker in de fauteuil zitten en luister naar het favoriete programma van Annie op de radio. Huis Polman is voor velen een feest van herkenning! Kom binnen en laat je blij verrassen.

Wonen in een experiment

De net aangekomen bewoners waren positief verrast door de grootte van hun huis en de moderne voorzieningen zoals stromend water, toilet en lavet. De huizen waren nieuw en zonder gebreken. De openbare ruimte was nog mondjesmaat ingericht. Licht, lucht en ruimte kon je ervaren in volle glorie.

Dat lavet was hypermodern en buitengewoon praktisch. De lavet, een soort diepe wasbak, was bedoeld om de was in te doen, maar bleek in de praktijk ook buitengewoon handig om zelf lekker in te “badderen’. De lavet werd vooral in de jaren vijftig en jaren zestig van de 20e eeuw toegepast in de sociale woningbouw. Het is een Nederlands ontwerp en werd vervaardigd van kunstnatuursteen.

De belofte van Nagele


Een groene kamer zonder dak


Nagele ontstond op de tekentafel, uit de verbeeldingskracht van idealisten.
Hoe kijken we nu naar het modeldorp in de Noordoostpolder?

Een prachtig artikel uit De Groene Amsterdammer

‘Dit is belangrijk om te onthouden: het is geen museum, het is een museum-huis. Dat betekent dat je overal aan mag zitten. Je mag de kastjes openmaken. Je mag op het bed gaan liggen. Je mag doen wat je wil.’ Het ontvangstcomité in Museumhuis Polman, een krappe jarenvijftigwoning in Nagele, bestaat uit niet minder dan drie mensen. Niet de regel maar een uitzondering: een van hen wordt toevallig vandaag ingewerkt. Het museumhuis ontleent zijn naam aan Annie en Bernard Polman, de eerste bewoners van Karwijhof 20.

Het hele blok, ooit ontworpen door Lotte Stam-Beese en Ernest Groosman, is een paar jaar geleden aangekocht door Vereniging Hendrick de Keyser en de woningen worden nu, per twee-onder-geen-kap, gerenoveerd. Meest in het oog springt vooralsnog het werk in de tuintjes: ieder huis krijgt een schuurtje. Geen overbodige luxe voor wie het zonder zolder moet stellen – en dat is vrijwel iedereen in Nagele. Afgezien van Ploegstraat 15, het allereerste huis dat er werd gebouwd en dat een flauw hellend dak heeft, en het speelhuisje naast de door Aldo van Eyck ontworpen basisschool, hebben alle woningen in het dorp een dak dat zo plat is als de Noordoostpolder zelf.

De man laat in de ooit moderne keuken zijn hand over het tafelkleedje glijden. ‘Allemaal kruissteekjes, ja… Ja, ze lieten de handen wapperen.’ Zijn collega staat erop dat ik het Monopoly-spel dat in een van de kasten ligt goed bekijk. ‘De huizen en hotels zijn nog van stukjes groen en rood karton!’, zegt ze.

Het huis hangt vol met hedendaagse schilderijtjes van een kunstenaar die de post rondbracht in de polder en ……….

Nagele is een duistere plaats.

Radio 5 – augustus 2021

Nagele brengt geen geluk. Verslaggever Reinout Meijer laat zich bijpraten door Evert de Graaff over de brute moord op een pastoor in een herberg op het eiland Nagele. Voor hij de geest gaf, riep hij met grote stem dat Nagele zou vergaan.
Dat de zee deze onzalige plaats verzwelgen zou en dat de vissers die er
zouden komen vissen hun netten aan de stenen zouden stukscheuren.

externe link

Het kerkhof tussen Urk en Schokland

Een volksverhaal over een verzonken dorp in de Zuiderzee.

bron: Volksverhalen Almanak 

Tussen Urk en Schokland ligt een kerkhof. Diep onder de golven bedolven liggen er de grijze grafstenen en bedekken er de lang geleden gestorvenen. Het is zaak voor de vissers hier op te passen. Gooi er de netten niet uit want in plaats van vis komen er stenen in. Stukgescheurd haalt de visser het net binnenboord. Het is een straf voor vroegere begane zonden. Niets wordt vergeten. Alles moet zijn beloop hebben.

Zo is het ook met Nagele gegaan. Nu is er een kerkhof, diep onder het zeeoppervlak, ja, maar vroeger was het anders. Toen bloeide daar een dorp, misschien wel een stad. Zijn er niet de ruïnes van over? Gebeurt het niet, bij laag water, dat er brokstukken van muren te zien komen en hoeken van torenfundamenten en is er niet de kruisvorm van een kerk te onderkennen? Worden er geen grafzerken opgevist? Ja, zeker, dat alles is zo.

Menig visser heeft het gezien en schuw heeft hij er met zijn zoon of zijn knecht over gesproken. “Zie, daar is Nagele, het kerkhof. Vroeger was er een stad, nu golft er de zee. Laten we maken, dat we wegkomen. Het is niet goed hier te vissen. De netten lopen maar vast en als we ze ophalen scheuren ze stuk.” Schuw wenden ze het roer en zeilen heen: weg van Nagele.

Nagele is een duistere plaats. Nagele brengt geen geluk. En als de jongen later, wanneer de schipper een gemoedelijke bui heeft vraagt, wat er dan eigenlijk met Nagele is dan kan het gebeuren dat het vertelsel los komt. En zeker zal de jongen rillen als hij hoort van die vechtende mannen, heel lang geleden, in die herberg op Emelerwaard.

Er was gedronken, natuurlijk, veel gedronken en toen waren er ruwe boze woorden geweest. De hete woede grolde tegen de bruinbesmookte zoldering. De messen vlogen uit de schede en de twee razende mannen gingen elkaar te lijf. Het was verschrikkelijk te zien, die vechtende robuuste mannen. De messen flikkerden in hun rode ruigbehaarde handen en moordlust brandde in hun ogen. Vast hadden ze elkaar omstrengeld en de punt van hun mes zocht de tref plaats.

Maar toen kwam de pastoor binnen. De zielenherder die gewaarschuwd was dat het niet goed ging in de herberg. Subiet had de eerwaarde vader zijn soutane aangeschoten en was naar de herberg gesneld om de vechtenden te scheiden en erger te voorkomen. Waarschuwend hief de priester de lange, witte handen omhoog en dringend manend klonk zijn klare stem boven het vechtrumoer uit: “Geen moord en doodslag om Godswil, geen moord en doodslag. Laat af van het mes. Zonde is het, zonde. De mens mag niet moorden!” Maar de goede vader kon niet uitspreken.

Een der vechtenden, door het dolle heen omdat men tussenbeide komen dorst, vloog op de priester af en doorboorde hem met het vlijmscherpe mes het hart. De pastoor zonk ter aarde, maar voor hij de geest gaf, riep hij met grote stem dat Nagele zou vergaan. Dat de zee deze onzalige plaats verzwelgen zou en dat de vissers die er zouden komen vissen hun netten aan de stenen zouden stukscheuren. Toen stierf de pastoor.

En de voorzegging is uitgekomen. De straf is op de zonde gevolgd. Het water kwam en heeft Nagele verwoest zoals het al zoveel vernietigd heeft. Sinds eeuwen bruisen er de golven en soms bij heel laag tij kan men de resten muur nog onder water zien. Ook is het gebeurd dat verdwaalde vissers een doopvont in hun net ophaalden… of een zerk…

Ja, Nagele is een duistere plaats.

Historische luchtfoto’s Nagele

Kunst in Nagele

[


Cultuur in Nagele


Kerken in Nagele


Enige plaatjes Nagele

Zuiderwinkels

Het complex de Zuiderwinkels is het kleine zusje van de Lijnbaan in Rotterdam, dat ook ontworpen is door Van den Broek & Bakema. Een autovrije winkelstraat was een noviteit destijds. De vijf winkelwoningen liggen langs een centrale as die visueel in verbinding stond met de noordelijk gelegen winkels. Duidelijke voor- en achterkanten ontbreken en tussen de gebouwen liggen groenstroken. Hierdoor staat het winkelcomplex altijd in direct contact met de rest van het dorp.

Onderzoeksrapport (pdf)

Noorderwinkels Nagele

Midden in het groendorp Nagele heeft OVT ontwikkeling 18 ultra-duurzame levensloopbestendige nieuwbouwwoningen ontwikkeld.

De Noorderwinkels vormde oorspronkelijk samen met Zuiderwinkels het kernwinkelgebied van Nagele. Na jaren van leegstand is het gebied nu herontwikkeld naar 18 woningen. Het dorp Nagele staat bekend om haar innovatieve architectuur. Wij hebben ons best gedaan om het plan zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de innovatieve architectuur en het karakter van Nagele.

Levensloopbestendig wonen
De woningen zijn zo ingedeeld dat het mogelijk is om een slaapkamer en een badkamer op de begane grond te realiseren.

Rooms-Katholieke St. Isodoruskerk

Nu: Museum Nagele

Het bureau van Taen en Nix ontwierp meestal kerken in een traditionele stijl. In Nagele slaagden de architecten erin een moderne vormgeving te combineren met traditionele kenmerken. De buitenmuren bestaan bijvoorbeeld uit stroken van afwisselend rode en gele baksteen. Bijzonder is de claustrawand van opengewerkt beton en glas. Sinds 1998 is Museum Nagele gehuisvest in het gebouw met onder andere een permanente expositie over de brede ontstaansgeschiedenis van Noordoostpolder en Nagele.

Begraafplaats Nagele

BERCEAU
Het ontwerp voor de begraafplaats is kleurrijk. Daarmee steekt het af tegen haar groenontwerp voor het middenterrein en de woonhoven, die soberder zijn. De beplanting bracht de beleving van natuur en de ervaring van de seizoenen in de leefomgeving van de mensen. De berceau – loofgang – die was ‘wegbezuinigd’ bij de aanleg van de begraafplaats, is door een bewonersinitiatief alsnog gerealiseerd in 2010

Nagele en Mien Ruys (1904 – 1999) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mien Ruys was tuinarchitecte en heeft haar stempel gedrukt op de  groenvoorziening in Nagele. Zij groeide op als dochter van een kweker in Dedemsvaart te midden van het ‘groen’. Als 19-jarige startte haar loopbaan in de tuinarchitectuur op het ontwerpbureau van Moerheim, de kwekerij van haar ouders in Dedemsvaart waar ze na enige tijd leiding kreeg. Haar interesse ging vooral uit naar de toepassing van planten en niet zozeer naar het kweken ervan.

Behalve voor tuin en landschap interesseerde Mien Ruys zich ook voor architectuur. In de jaren ’30 studeerde ze daarom enige jaren aan de TH in Delft.
Hoewel ze daar vooral kennis maakte met de Delftse School – herkenbaar aan de rode puntdaken – ging haar hart uit naar eenvoud en helderheid.
Dit resulteerde in een samenwerking met de architectencollectieven ‘De 8’ en ‘De Opbouw’. Deze waren voorstanders van ‘Het Nieuwe Bouwen’ en zetten zich af tegen de Delftse School.
Licht, ruimte en leefbaarheid vormden de uitgangspunten van het ‘Nieuwe Bouwen’ wat zich vertaalde in een compositie van horizontale en verticale lijnen.
Dit bepaalt nu het beeld van het dorp. Alle huizen in Nagele zijn voorzien van een plat dak.
Als het voorbeeld van ‘Het nieuwe Bouwen’ neemt Nagele daardoor een unieke positie in Nederland en in de rest van de wereld in. De inrichting van de groenvoorziening vormde een essentieel onderdeel van het uiteindelijke ontwerp van Nagele, zowel in het dorp als op de begraafplaats. Mien Ruys  ontwierp samen met Wim Boer de beplanting van het dorp en maakte het ontwerp van de begraafplaats.
De begraafplaats heeft een rooms-katholiek en een algemeen deel. Deze moesten van elkaar gescheiden zijn. Mien Ruys echter was van mening dat iedereen dezelfde weg moest gaan, ongeacht de geloofsovertuiging.
“De toegang tot de begraafplaats is besloten en beschut, een berceau van haagbeuk. Deze is tot aan de inrit doorgetrokken” (Bron: Reinko Geertsema). De begraafplaats kent verder een schilderachtige, impressionistische beplanting versus de strakke belijning van hagen en bomen. Bij een evaluatie van de groensituatie in 1974 was zij persoonlijk niet in staat aanwezig te zijn, maar haar bevindingen, voortkomende uit een solo bezoek, werden in een brief d.d. 10-06-1974 aan de gezamenlijke groep meegedeeld. Het mogelijk wel belangrijkste punt van kritiek was haar volgende opmerking betreffende de begraafplaats: In 2010 is het zover en gaat een langgekoesterde wens in vervulling van zowel Mien Ruys als de Nagelezen zelf.

Het ontbrekende deel in het ontwerp van de begraafplaats, de Berceau van Mien Ruys is na meer dan 50 jaar na dato alsnog gerealiseerd, door de inzet en volharding van de vrijwilligers van Nagele.


De architecten Van Eyck en Van Ginkel maakten het definitieve ontwerp voor Nagele (1954)

Straten en wegen

Naar Nagele genoemd zijn de NAGELERWEG, de NAGELERVAART, de NAGELERTOCHT en in Emmeloord de NAGELERBRUG en de NAGELERSTRAAT.

In aansluiting op de afwijkende bouw van het dorp Nagele is ook de straat naamgeving minder traditioneel van aard.
Alleen de straten rond het doip zijn straten in de gangbare betekenis van het woord en die heten dan ook zo: AKKERSTRAAT EGGESTRAAT, PLOEGSTRAAT en HAKSTRAAT.
Het eerste deel van de naam is – en dat geldt ook voor de andere namen in Nagele – ontleend aan de akkerbouw.

In sommige Zeeuwse dorpen komt een bebouwing als in Nagele voor: een centraal plein met daarop openbare gebouwen en daaromheen de woonhuizen. De krans van huizen rond het plein wordt in Zeeland ring genoemd en om die reden kreeg het dorpsplein van Nagele ook de naam RING.
De ‘straatjes’ rond de ring doen in hun bouw aan de hofjes in oude steden denken en kregen daarom namen samengesteld met -hof. Het eerste deel van de samenstelling wordt gevormd door een gewas: TARWEHOF, GERSTEHOF, KOOLZAADHOF, KARWIJHOF, VLASHOF, KLAVERHOF en LUCERNEHOF. De toegang tot deze hoven wordt gevormd door het plein met de naam VOORHOF.

De winkelpanden van het dorp liggen aan de NOORDERWINKELS en de ZUIDERWINKELS en worden geflankeerd door de OORDERPOORT en de ZUIDERPOORT. Achter de winkels lopen de NOORDERLAAN, de NOORDERDWARSSTRAAT en de ZUIDERACHTERSTRAAT.

De naam Voorhof doorbreekt min of meer het principe dat het woongedeelte van Nagele hof-namen heeft en de straten in het  winkelgedeelte met Noord of Zuid beginnen.
In dat opzicht zijn de woningen aan de Noorderlaan ook een uitzondering.
De naam zelf geeft overigens al aan dat er iets bijzonders aan de hand is. Naast Zuiderwinkels vinden we Noorderwinkels, naast de Noorderpoort is er de Zuiderpoort, maar de pendant van de Zuiderachterstraat heet Noorderlaan. Tot 1975 heette de Noorderlaan Noorderachterstraat, maar op unaniem verzoek van de bewoners, weinig gelukkig met de aanduiding achter-, werd de naam gewijzigd.
De Zuiderachterstraat, aaraan geen woningen staan, werd nimmer object van het burgerinitiatief.

De zuidelijke uitbreiding uit de jaren tachtig heeft een ander stratenplan dan de rest van het dorp; hof-namen lagen dan ook niet voor de hand. Aangezien in de gevallen van DE KLAMP en WENDAKKER echter moeilijk van straat of plein kan worden gesproken, is elke nadere aanduiding achterwege gebleven. Beide namen zijn weer afkomstig uit de akkerbouw. Een klamp is een hooischelf. De Wendakker sluit de bebouwing af waar de straten genoemd zijn naar gewassen, zoals een wendakker op het veld ook aan het eind van de gewassen ligt. Het woord is van noordoostelijke oorsprong. In Holland en Zeeland gebruikt men het woord veuroot en in Brabant vooreind. Deze  verschillende
varianten zijn in de polder vervangen door het woord kopakker, dat de Directie consequent gebruikte. In de Nageler straatnaam leeft het oude dialectwoord nog steeds voort. Het eerste deel, wend, komt ook in Banter straatnamen voor.
Een oud dialectwoord leeft ook voort in DE PIEPER, het Zuidwestnederlandse woord voor aardappel. Ten noorden van De Pieper is ook nog een straatje met de naam De Ajuin geweest, maar door planologische veranderingen rond de Wendakker is die naam begin 2000 vervallen. Ook ajuin is een Zuidwestnederlands streektaalwoord, in dit geval voor de ui. De Pieper en De Ajuin zijn (waxen) originele namen, die – onbedoeld – ook nog eens recht doen aan de voor de polder zo typerende situatie, dat door de diverse dialectachtergronden van de bewoners een gewas meer dan een naam kan hebben.

Vanaf Urk loopt de DOMINEESWEG naar Nagele. De dominees van Urk voeren ongeveer hierlangs wanneer zij op Schokland een predikbeurt hadden. Een van hen, zo wil het verhaal, was onderweg door het ruisen der golven zo afgeleid, dat hij op Schokland aangekomen zich niets meer van de voorbereide preek wist te herinneren.

De dominee van Urk
die zou op Schokland preken,
maar door het razen van de zee
was hij zijn preek vergeten.

De meest westelijke zijweg van de Domineesweg is de ZUIDERMEERWEG, evenals de ZUIDERMEERTOCHT genoemd naar de ZUIDERMEERDIJK, de zuidelijke waterkering langs het IJsselmeer.

Ter hoogte van de Ketelbrug buigt de Zuidermeerdijk van zuidoostelijke in oostelijke richting. Deze knik heet ZWOLSE HOEK, naar de bestemming van de meeste schepen die hier passeren. Oorspronkelijk maakte ook de Zuidermeerweg hier een bocht, parallel aan de dijk, en liep vervolgens door tot aan de Havenweg. Sinds de aanleg van Rijksweg 6 heet dit gedeelte van de Zuidermeerweg KETELMEERWEG. Het trace is bovendien iets verlegd, zodat de Ketelmeerweg nu ook de aansluiting is voor het langzame verkeer op de Ketelbrug. De KETELBRUG overspant het KETELMEER, het water tussen Noordoostpolder en Oostelijk-Flevoland. Ketel, Keteldiep of Ketelmond is de plaats waar de IJssel in de Zuiderzee stroomde.

De HAVENWEG is genoemd naar SCHOKKERHAVEN, op haar beurt weer genoemd naar Schokland. Ook de PALENWEG en de PALENTOCHT vinden  de oorsprong van hun naam op Schokland, en wel in de palen die zowel als zeewering dienden als de verbinding tussen de woonbuurten vormden.

Sinds de aanleg van Rijksweg 6 is de MONNIKENWEG een zijweg van de Domineesweg. Daarvoor verbond hij de Zuidermeerweg met de ABTSWEG.
Monnikenweg, MONNIKENTOCHT, Abtsweg en ABTSTOCHT herinneren aan het klooster dat vroeger in de buurt van Nagele gestaan zou hebben.
De SLUITGATWEG en de SLUITGATTOCHT leiden naar de plaats waar de dijk rond de Noordoostpolder op 13 december 1940, om 13.13 uur werd gesloten.

Ook rond Nagele wordt de herinnering aan de oorlogsjaren levend gehouden in enkele weg- en tochtnamen. Net als de Hannie Schaftweg, de Hannie  Schafttocht en de Karel Doormanweg onder Emmeloord en Tollebeek zijn de JOHANNES POSTWEG, de JOHANNES POSTTOCHT, de HAN STIJKELWEG, de HAN STIJKELTOCHT, de PROFESSOR BRANDSMAWEG en de PROFESSOR BRANDSMATOCHT genoemd naar vaderlanders die omkwamen in de Tweede Wereldoorlog.

Johannes Post (Hollandseveld 4 oktober 1906 – Overveen 16 juli 1944) was een landbouwer die op grond van zijn gereformeerde beginselen in opstand kwam tegen de bezetter. Bij de overval op het Huis van Bewaring te Amsterdam werd hij gearresteerd en enkele dagen later gefusilleerd.

Han Stijkel (Den Haag 8 oktober 1911 – Berlijn-Tegel 4 juni 1943), doctorandus in de Engelse taal- en letterkunde, richtte aan het begin van de oorlog een spionage-organisatie op. Bij de voorbereiding van een overtocht naar Engeland werd hij verraden. Samen met ruim dertig medewerkers werd hij daarna gefusilleerd.

Professor Titus Brandsma (Bolsward 23 februari 1881 – Dachau 26 februari 1942) was bij het uitbreken van de oorlog hoogleraar in de Nederlandse Mystiek te Nijmegen en geestelijk adviseur van de rooms-katholieke dagbladen. In die laatste functie trok hij fel van leer tegen de Duitsers en de pro-Duitse beweging in Nederland. Als gevolg daarvan werd hij op 19 januari 1942 gevan-
gen genomen en naar Dachau gezonden, waar hij overleed. In 1985 werd Titus Brandsma zalig verklaard.

Ook de namen VLIEGTUIGWEG en VLIEGTUIGTOCHT zijn ontleend aan de Tweede Wereldoorlog, om precies te zijn aan een vliegtuig van het type B-48
dat hier een noodlanding maakte. De namen zijn ook bedoeld als hommage aan al die andere geallieerde vliegtoestellen die in de polder neerkwamen of wapens afwierpen.

KARWIJHOF

In Nagele woon je niet in een straat, maar in een hof. De woonhoven in Nagele zijn de voorloper van de latere woonerven die bijna overal in naoorlogs Nederland zijn te vinden. Iedere hof is anders, zo heeft de Karwijhof als enige rijtjes van twee-onder-een-dakwoningen. De woningen zijn ontworpen voor landarbeiders en middenstanders met hun gezinnen. In contrast met de uniforme buitenkant werd binnen veel kleur toegepast om de zintuigen te prikkelen.

KOOLZAADHOF

1954
De huizen aan de Koolzaadhof hebben een toegangsportaal dat dwars op de eigenlijke woning staat. Het portaal bood van links naar rechts toegang tot de keuken, het toilet, het trappenhuis en de woonkamer. Hiermee braken de architecten met de traditie van een interne hal van waaruit de diverse vertrekken bereikbaar zijn. Ook de keuken aan de voorzijde van het huis is opvallend in die tijd. Dit werd
pas in de jaren zeventig gebruikelijk

KLAVERHOF, VLASHOF, RING

1954
Negen rijtjes woningen van Gerrit Rietveld en zijn zoon Jan in de Vlashof en de Klaverhof waren als eerste klaar in Nagele. De aanvangshuur betrof f 25,50 per maand. Kenmerkend voor deze woningen zijn de ‘Rietveld-bankjes’ aan de gevel, een strakke gevelindeling en grote raampartijen.
De borstweringen kregen draadglas met daarachter gekleurde panelen; lichtgeel in de voorgevel en blauw in de achtergevel. De kleuren zijn minder hard dan Rietveld`s werk tijdens kunstbeweging De Stijl.

LUCERNEHOF, GERSTEHOF

1967
De Lucernehof en Gerstehof zijn later gebouwd dan de andere hoven. De woningen zijn gebouwd volgens het standaard bouwsysteem dat ontwikkeld werd door Van Egteren Industriële Constructiebeton Maatschappij (VANEG) in Hasselt. Dit type woning is ook op veel plaatsen elders in Nederland gebouwd. Kenmerkend voor de VANEG-woningen is de toepassing van grote betonnen elementen. De voorloper van het prefab beton casco.

Tarwehof

1966
Oorspronkelijk zouden ook rijwoningen gebouwd worden in de Tarwehof. De samenleving veranderende en de vraag naar landarbeiderswoningen nam af. Het oorspronkelijke ontwerp van Nagele is hier aangepast vanwege de plaatsing van vrijstaande middenstandswoningen en bungalows. In de Tarwehof kwamen twaalf bungalows, gebouwd door particulieren in de stijl van de rest van dorp: modern met platte daken en strakke lijnen.

Ring (Ringweg)

1972 – 1973
Ontworpen voor een Europese prijsvraag en op diverse plaatsen in Nederland gebouwd. De woningen hebben enkele innovatieve kenmerken voor die tijd. De gevels springen terug ten opzichte van de buitenmuren. Ook is er een carport. Binnen waren de deuren en de kozijnen zwart. De architecten wilden op die manier een neutraal beeld scheppen, zodat de bewoners in de verdere inrichting alle kleuren konden gebruiken die ze maar wilden.

SCHOLEN

RIJKSMONUMENTEN

Het ontwerp voor drie scholen was zeer vernieuwend destijds. In plaats van een gebouw met kleine lokalen en rechte gangen stond in Nagele een experimentele, kindgerichte opzet centraal. Omdat het gebouw bestaat uit een structuur van herhalende, herkenbare eenheden die zich eenvoudig laten vermeerderen, konden de scholen ‘groeien’. De speelstoestellen van Aldo van Eyck zijn inmiddels verwijderd.

Het ontwerp wordt gezien als voorloper van het beroemde ontwerp van het Burgerweeshuis van Aldo van Eyck in Amsterdam.

Leuk weetje

Begintonen Te Deum laudamus op 3 kerkklokken

Bij de bouw van de rooms-katholieke, de gereformeerde en de hervormde kerk in Nagele begin jaren 60 werden de luidklokken op elkaar afgestemd. Samen lieten ze de eerste tonen van het Te Deum laudamus horen.

e1 g1 a1

Het Te Deum (de eerste twee woorden van Te Deum laudamus, Latijn voor “Wij loven U, O God”) is een hymne op basis van de Bijbel, die in de liturgie van de christelijke kerken waaronder ook de Rooms-Katholieke Kerk gebruikt wordt.

0 antwoorden

Plaats een reactie (naam E-mail en Site niet verplicht)

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *