Geschiedenis en historie Noordoostpolder in een notendopdoor www.emmeloord.info

noordoostpolder-wegen

Met de storm van 1916 begon het voor Flevoland..

Overstroomde_gebieden_1916.jpg

Er waren al veel eerder plannen om die ruige Zuiderzee in te dammen. Al in 1886 werd een Zuiderzeevereniging opgericht (Age Buma en P.J.G. van Diggelen). Maar na de storm van 3 op 4 januari 1916 was Nederland er klaar mee. De dijken waren op tientallen plaatsen gebroken en de koeien uit het Noord-Hollandse Waterland waren zelfs ondergebracht in de straten van Amsterdam.

Déze ramp in combinatie met de voedselschaarste gedurende de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) leidde tot de totstandkoming van de Zuiderzeewet.
Een eerder plan van Cornelis Lely uit 1891 kreeg weer aandacht. Op 9 september 1916 leverde Lely een definitief ontwerp in. Deze wet werd aangenomen.

Zuiderzeewet

img20.jpg

Op 14 juni 1918 werd de Wet tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee (Zuiderzeewet) van kracht.
De wet bepaalde slechts dat de Zuiderzee zou worden afgesloten door een Afsluitdijk . Op een later tijdstip zou de regering bepalen welke gedeelten van de Zuiderzee zouden worden ingepolderd en in welke volgorde. (Zuiderzeewerken).

  • 1927 Proefpolder Andijk (40 ha)
  • 1930 Wieringermeer (20 000 ha)
  • 1932 Afsluitdijk
  • 1942 Noordoostpolder (48 000 ha)
  • 1957 Oostelijk Flevoland (54 000 ha)
  • 1968 Zuidelijk Flevoland (43 000 ha)
  • In 1976 waren ook de dijken klaar die voor inpoldering van de Markerwaard nodig waren. Inmiddels waren de inzichten dusdanig gewijzigd dat dit deel van het plan niet is uitgevoerd. In 2003 werd door de regering besloten dat de Markerwaard niet zou worden drooggelegd.

Voor de Zuiderzee

Nu is er  land. De Noordoostpolder.
Daarvoor was er zee. De Zuiderzee.
Maar was er ook wat voor de Zuiderzee ?
Jazeker. De kaart van Nederland zag er vroeger heel anders uit.
Toen de Romeinen hier rond het jaar nul waren, was er een klein zoetwatermeer. Ze noemde het  “Lacus Flevo” (Flevomeer).
Met de opwarming van de aarde steeg de zeespiegel en werd dit Flevomeer steeds groter. Het kreeg de naam ‘het Aelmere’.
Als gevolg van een serie overstromingen  ontstond ‘pas’ in de late middeleeuwen een rechtstreekse verbinding met de Noordzee (Waddenzee) en werd het binnenmeer  een binnenzee. De Zuiderzee.

Yftinus van Popta

Is er sprake geweest van meer nederzettingen of eilandjes in dit gebied?
Jazeker. De maritiem archeoloog Yftinus van Popta promoveerde op dit onderwerp.
Urk is er nog steeds. En ook Schokland kennen we als een eilandje die in 1859 is prijs gegeven aan de oprukkende zeespiegel.
Maar er waren nog een paar verdronken eilanden: Marknesse, Nagele en Veenhuizen.

Maar waar lagen die nederzettingen  dan ?

De eerste polder : Noordoostpolder

2dijken.jpg

Omdat de Wieringermeer in de Zuiderzee was aangelegd, nog voor de Afsluitdijk werd gesloten, was de Noordoostpolder strikt genomen de eerste IJsselmeerpolder.

  • In 1939 was de dijk tussen Urk en Lemmer klaar. Vanaf dat moment was Urk geen eiland meer.
  • In 1940 werd de dijk Urk-Overijssel  gesloten en kon het droogmalen beginnen.
  • Drie gemalen zouden de polder droogmalen. Het gemaal Vissering was te laat klaar. Gemaal Buma en Smeenge deden er bijna drie jaren over.
  • In september 1942, dus tijdens de Tweede Wereldoorlog, viel de Noordoostpolder (afgekort NOP) eindelijk droog.

Planologische fout: De Noordoostpolderdijk is dus eigenlijk een halve cirkel, aansluitend aan het vaste oude land. Dat was goedkoper, maar had vervelende consequenties.  Door het lage grondwaterpeil verdroogden plaatsen als Kuinre. Het Rijk betaalde schadevergoedingen aan de gedupeerde boeren op het oude land. Het is daarom, dat men bij de aanleg van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland een randmeer heeft laten bestaan.

Lees ook het artikel van Omroep Flevoland:
Leestip: Zo werd opa boer in de Noordoostpolder

De schop in de klei

Arbeiderskampen-in-de-Noordoostpolder.jpg

Barakkenkampen.

Toen de Noordoostpolder in 1942 droog viel, moesten de nieuwe gronden ontgonnen worden om ze voor landbouw geschikt te maken.
Ook dat was een taak van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken).

sloten-graven

Omdat de mechanisatie nog in de kinderschoenen stond, haalde de Directie voor het graven van sloten, ploegen, zaaien, wieden, oogsten en dorsen duizenden arbeiders naar de polder. De verbindingen in en kort na de oorlog waren slecht. De Directie liet voor de tijdelijke huisvesting van de polderwerkers in de polder ruim dertig barakkenkampen bouwen.

Al op 1 september 1941 werd in de buurt van Blokzijl het eerste barakkenkamp geopend.
Maximaal zijn er 34 kampen geweest, met in de meeste gevallen twee of drie barakken voor elk zo’n honderd pioniers.
In iedere barak was een portaal, waar de werkers hun laarzen konden uittrekken, met daarachter tien kamers. Achter de kamers was een slaapzaal voor tien personen. Houten bedden met een strozak. Voor ploegbazen en werknemers waren er aparte kamers.

Arbeiderskampen in de NOP

In sommige jaren waren meer dan vierduizend arbeiders in de polder werkzaam.

Rechtsboven Urk werden veel zwerfstenen gevonden.
Het werd een bijzonder reservaat.

’40 – ’45  De Duitsers vonden het prima !

Polderjongens-Rotgans.jpg

De Duitsers vonden de Zuiderzeewerken wel een interessant project. Het zou een flinke graanschuur opleveren en een streng geselecteerde bevolkingssamenstelling  sprak de bezetter ook wel aan.  Zij gedoogden dus de werkzaamheden. Polderwerkers hoefde niet te werken in de oorlogsindustrie in Duitsland. Het animo was daardoor zo groot, dat de Noord Oost Polder (NOP) ook wel  Nederlands Onderduikers Paradijs werd genoemd.
De toenmalige landdrost (bestuursambtenaar) Smeeding vond ‘Nederlands Onderduikers Paradijs’ zo’n geuzennaam dat hij besloot dat deze polder de naam NOP (Noordoostpolder) zou blijven dragen in plaats van Schokkerwaard, Urkerwaard, Urkerland of Nieuw Schokland. Nieuwe polders zouden eigenlijk de naam van de drooggelegde eilanden in de Zuiderzee dragen: Wieringen, Urk, Marken. Maar men had niet zoveel op met Urk.

  Henk Rotgans

De Duisters vonden het dus prima. Aanmeldingen genoeg. Er zat wel eens iemand tussen die nog nooit een schop in de handen had gehad. Zo iemand was Henk Rotgans.

Maar hij kon wel heel mooi tekenen. En bij gebrek aan fotocamera’s vroeg de Directie  hem om schetsen te maken.
Dat heeft een 80-tal geweldig mooie schetsen opgeleverd.

Van  landdrost naar burgemeester

  • Op 7 mei 1930 werd de Directie van de Wieringermeer in het leven geroepen met als doel de polders te ontwikkelen die in het kader van het Zuiderzeeproject waren drooggemaakt. De Directie was een projectorganisatie die ressorteerde onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat
    In afwachting van een definitieve gemeentelijke indeling werd ons gebied lopende de drooglegging ingedeeld bij de gemeenten Lemsterland, Urk, Kampen, Ambt Vollenhove en Stad Vollenhove.
  • Deze gemeentelijke indeling verviel met de instelling van het openbaar lichaam ‘de Noordoostelijke Polder’ op 7 augustus 1942.
    Het openbaar lichaam werd eerst gevestigd in Zwolle, waar ook de Directie was gehuisvest. Pas in 1949 werd een voorlopig raadhuis in Emmeloord in gebruik genomen.Door de oorlogsomstandigheden werd de provinciale taak tot het toezicht op een gemeente voorlopig rechtstreeks uitgevoerd door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Verkeer en Waterstaat.
    De leiding werd aan één persoon opgedragen die de titel kreeg van landdrost.
  • 1 juli 1962 : gemeente Noordoostpolder

Tien dorpen, hoe kwamen ze daar nou op ?

De polder kwam er voor de boeren. Die boeren hadden arbeiders en die arbeiders hadden (veel) kinderen. Arbeiders moesten op de fiets naar hun werk. Brommers waren er nog niet. De kinderen moesten op de fiets naar school. En de vrouw moest op de fiets naar de bakker. Kortom: een fietsafstand tot zo’n 8 km werd bepalend.

Men gebruikte ‘de centrale plaatsentheorie’ van de Duitse geograaf Christaller.

Een centrale hoofdplaats – Emmeloord – met op de 6 hoekpunten  plaatsen van lagere orde.
Marknesse Ens Nagele Espel Rutten en Kuinre telde mee als zesde dorp. De rest van de bewoners zou zich op het platteland kunnen vestigen in boerderijen en kleine gehuchten met arbeiderswoningen.
Uiteindelijk werd het Emmeloord, met daaromheen een ring van 10 dorpen.

Spijt

De theorie was al snel achterhaald. Boeren gingen mechaniseren, dus niks geen arbeiders. En die arbeiders hadden trouwens toch al snel een brommer of auto en vestigden zich liever in Emmeloord. Het bestaansrecht van de kleine kernen is altijd kritisch geweest. Nog net een basisschooltje maar geen Supermarkt en geen huisarts.

Oostelijk Flevoland
In de nieuwe polders heeft men daarvan geleerd. Daar koos men voor minder, maar grotere kernen. (Lelystad, Dronten etc)

Leestip : Zie dit verhaal van Omroep Flevoland over Larsen, een dorp wat op het laatste moment geschrapt is.

Ringwegen Noordoostpolder

Bij de inrichting van de Noordoostpolder werden negen dorpen door een ringweg met elkaar verbonden.
Rutten, het tiende dorp, lag aan een uitloper van deze ‘dorpenring’.

Emmeloord ligt op het kruispunt van de hoofdwegen, dat de polderstad met de polderdorpen verbindt.
We noemen dit ‘het stadskruis’. Het ‘stadskruis’ markeert het middelpunt van de Noordoostpolder, de ligging van de poldertoren benadrukt dit.

Rotterdamse hoek

Rotterdamse-hoek.jpg

De knik in de dijk tussen Lemmer en Urk heeft de naam Rotterdamse hoek.
Het dankt zijn naam aan de aanvoer van puin van het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940.
De dijk was in 1939 al klaar. Toch is het puin hier gebruikt ter bescherming van de binnenzijde van de dijk.

En op meer plaatsen in de polder ….

Geselecteerde bevolking

sollicitatie.jpg

De Directie (bestuur van Noordoostpolder) streefden naar een perfecte en evenwichtige opbouw. De Noordoostpolder moest de crème de la crème worden. De bevolkingssamenstelling moest een keurige afspiegeling vormen van de Nederlandse bevolking.  En gemeenschapszin was belangrijker  dan levensovertuiging, doch de Tweede kamer eiste dat ook de religieuze samenstelling in balans was overeenkomstig Nederland.

De selectie voor de nieuwe boeren en arbeiders was uiterst streng.  Alleen de besten waren welkom. Ook al had je als pionier al een paar jaar in de vette klei gestaan en met de hand sloten staan uitgraven, het selectiecriteria bleef meedogenloos. Men wilde flinke en moderne mensen. Mensen die ook in het verenigingsleven hun steentje hadden bijgedragen. Pioniersgeest.

Er werd geadverteerd in plattelandskranten in heel Nederland. Er waren 11.000 aanvragen voor een boerderij, maar slechts plaats voor ca. 1500.

Bezoek. Sollicitanten kregen onaangekondigd bezoek van een ambtenaar die wilde zien of de schuur netjes opgeruimd was, het voortuintje onkruidvrij was en zelfs of de vrouw de linnenkast netjes op orde had en of de kinderen luisterden naar hun ouders. Dat gold voor boeren en arbeiders, maar ook voor een onderwijzer die zich in de nieuwe polder wilde vestigen.

Niet alles lukte. 

  • De Directie kon niet voorkomen dat twee landbouw stand organisaties werden opgericht. Een katholieke ABTB en de protestants-christelijke CBTB.
  • Ook wilde de Directie geen ‘bijzonder onderwijs’  (christelijk) gedogen. De tegenwerking uit christelijke hoek was niet te breken.
  • De rooms-katholieken vormde maar 28 procent van de totale polderbevolking, tegen landelijk 38 procent.
  • Door de onderwaterzetting van Walcheren door de Duitse bezetter op 3 oktober 1944 en na de watersnood van 1953 verplichte de Nederlandse staat de Directe om meer Zeeuwse boeren een boerderij te gunnen. Dat is gebeurd, al kregen de Zeeuwen vaak de kleinere boerderijen, soms met 12 in plaats van de gebruikelijk 24 hectare landbouwgrond. De kleine boerderijtjes hebben tot op heden de bijnaam: Zeeuwse boerderijtjes.

Urk – weinig respect

Afbeeldingsresultaat voor opening urkerweg

opening Urkerweg 1948

Urk werd met schunnig weinig respect behandeld. Door de afsluiting van de Zuiderzee moest het vissersdorp al overschakelen van zoutwater- naar zoetwater vissen en door de Noordoostpolderdijk was Urk vanaf 1939 ook al geen eiland meer. Bij de opzet van de Noordoostpolder werd het dorp echter volledig buiten de planning gehouden. De Urker bevolking werd door de Nederlandse wetenschappers in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zelfs voor ‘achterlijk’ versleten, incapabel voor het werk op het land.

Om het Urker probleem (het eiland was overbevolkt, kende veel ziekten en veel armen en de visserij werd als ‘ten dode opgeschreven’ beschouwd) op te lossen werd zelfs het voorstel gedaan om dan maar de helft van de bevolking en de toekomstige aanwas “uit te stooten” (verhuizen). Dit voorstel haalde het niet, maar het was duidelijk dat de Urkers niet werden opgenomen in de plannen: de polder zou eigenlijk Urkerland moeten gaan heten, maar ook dat ging toch niet door. Het werd  ‘Noord-Oostelijke Polder’ om de gedachte aan Urk zo veel mogelijk op de achtergrond te houden. Pas in 1948 kwam er een weg naar Urk, de huidige Urkerweg.

Schokland lag ook in de weg

Schokland kon ook niet op veel respect rekenen. Het voormalig eiland was op bevel van Koning Willem III in 1859 verlaten. De Schokkers moesten hun huis afbreken en ergens anders een nieuw bestaan opbouwen. Toen de Noordoostpolder in 1942 droog viel kwam het verdronken eiland weer als een bult op de platte polderbodem te liggen. Die veenbult werd als vervelend en lastig beschouwd, de polder zou immers hoogwaardige landbouwgrond opleveren. Als men toen de beschikking had over zware grondverzetmachines, was de bult vlak geschoven. Het materiaal wát er nog lag (houten zeewering e.d.) is door de polderpioniers gebruikt. De kerk op Middelbuurt werd als opslagloods gebruikt. ‘Later maar eens zien wat we met die bult doen’.

Vernatten


Schokland_luchtfoto.jpg

Door de lage grondwaterstand van de Noordoostpolder begon het eiland in te klinken.  Het eiland is inmiddels al ruim 1.5 meter verzakt. Als er niet ingegrepen zou zijn, zou het eiland volledig wegzakken. De bult zou in de polderbodem verdwijnen,  het zou zelfs een kuil kunnen worden. Pas toen in de jaren daarna steeds meer interessante opgravingen in en rond Schokland (gesteentetuin) werden gedaan, groeide gaandeweg het cultureel besef. Er blijkt dat op en rond Schokland al heel lang bewoning is geweest.
Nu Schokland op de UNESCO werelderfgoedlijst staat, is zelfs besloten de hele omgeving van Schokland opnieuw te vernatten door het grondwaterniveau aldaar flink te verhogen en daarmee het eiland en zijn bodemschatten veilig te stellen. De boeren in die regio zijn schadeloos gesteld, al doet het bij de bevolking en gemeenteraad tot de dag van vandaag veel stof opwaaien.

Voor Kuinre wel aandacht

Noordoostpolder-1.pngEr was dus weinig respect voor Urk en Schokland,  maar Kuinre staat wel heel prominent in het wapen van Noordoostpolder.
Drie van de vier vlakken verwijzen naar Kuinre.

Kuinre heeft weinig geprofiteerd van de nieuwe polder.
Het was een grote planologische fout om de polder tegen het oude land aan te plakken.
Daardoor verdroogd en verzakt Kuinre nu.
In de nieuwe polders heeft men daarom een randmeer laten bestaan tussen de polder en het oude land.
Tot op de dag van vandaag wordt er gesproken om dit alsnog in de Noordoostpolder te realiseren.

Verkeerde naam

De gemeente heet nu Noordoostpolder

Dat was eigenlijk niet de bedoeling.
De Noord Oostelijke Polder was de technische werknaam op de tekeningen.
Het was gebruikelijk dat een polder de naam zou krijgen van de plaatst waar het aan lag.
De Wieringermeerpolder bijvoorbeeld.

Onze polder zou dus  Urkerland of Schokkerwaard moeten gaan heten.

Verkaveling – 12, 24 en 48 bunder.

De Noordoostpolder heeft een oppervlakte van zo’n 48.000 hectare. Vele studies waren al verricht naar de ideale inrichting  Het definitieve verkavelingsplan dateert van 1942.

Er waren plannen om grote bedrijven 60 tot 67 hectare te bedelen , maar dat is later in overleg met de drie landbouworganisaties teruggebracht naar 24 hectare. Een kavel van 300 bij 800 meter (24 hectare) werd als optimaal ervaren. De toenmalige drainagetechniek stond een maximale kavelbreedte van 300 meter toe.
Het uitgifteplan is door het parlement 19 1947 goedgekeurd. De Tweede Kamer ging uiteindelijk akkoord met de uitgifte van 1577 bedrijven, van 12 hectare tot en met 48 hectare. Het wordt wel snel minder; in 2000 waren er nog 1290 bedrijven, in 2015 een kleine 1000. Boeren die op groei gericht zijn, kochten land van andere bedrijven. Hun perceeloppervlakte varieert nu van wel 100 tot 500 hectare.

De geografische ligging van de diverse bedrijven werd grotendeels bepaald door de bodemgesteldheid. Zo werd het 2.300 hectare grote klei- en zavelgebied bij Marknesse, Luttelgeest en Kraggenburg bestemd voor de fruitteelt.

Vrijwel alle boerderijen waren om bedrijfseconomische redenen langs de weg en langs een kavelsloot geplaatst. Bewust werd ook gekozen voor het plaatsen van boerderijen in groepjes van twee, drie of vier. De Directie verwachtte dat deze plaatsing in groepjes het onderlinge contact zou stimuleren, terwijl men elkaar ook te hulp zou kunnen schieten bij het werk op het land, brand of andere ongevallen. Daarnaast had plaatsing in groepjes financiële voordelen, omdat op deze manier slechts één brandkraan en één transformator nodig zou zijn. Planmatigheid was troef.

Bouwkunst – beetje behoudend ?

De plannen van Emmeloord en de dorpen zijn gemaakt tussen 1939 en 1950.  Het was net de overgangsperiode van het ‘traditionele bouwen’ naar ‘het nieuwe bouwen’. Het nieuwe bouwen zien we terug in de Oostelijk Flevoland (Lelystad), maar de ontwerpers en architecten van Emmeloord moesten niets hebben van deze stijl.  Zij hielden vast aan de traditionalistische bouwtraditie van Nederland. Baksteen en dakpannen.
Gelukkig maar, want Lelystad is een architectonische misser geworden.

Delftse School

Emmeloord en de dorpen zijn daarom gebouwd volgens het ideeëngoed van de ‘Delftse School’,  de toen heersende stijl en stroming in de architectuur waarvan de Delftse hoogleraar Granpré Molière de grondlegger was. Het streefde naar universele normen en waarden en was een reactie op de Amsterdamse School die volgens de traditionalisten te decoratief was ingesteld. De schoonheid lag juist in eenvoud en een goede harmonie tussen massa, ruimte en lichtval was belangrijk. Architectuur moest nederig zijn en vooral niet opvallen. De functie van een gebouw moest tot uitdrukking komen in de vorm. Vandaar werd ook een groot onderscheid gemaakt in de vormgeving van woonhuizen (simpel en ingetogen) en publieke gebouwen als stadhuizen en kerken, die juist monumentaal moesten zijn om hun functie te benadrukken.

Nagele wél:  ‘Het Nieuwe Bouwen’

Alleen Nagele is gebouwd volgens de architectuur ‘Het Nieuwe Bouwen’.
Nagele is ontworpen door architecten van ‘De Acht’ en ‘Opbouw’, zoals Cornelis van Eesteren, Aldo van Eyck, Gerrit Rietveld en de tuinarchitecte Mien Ruys. Het dorp is gebouwd volgens een streng en recht stedenbouwkundig plan. Beide groepen architecten waren voorstanders van gekoppelde woningen in rechte lijnen. De bebouwing moest openheid en strakheid uitstralen en gebruikmaken van glas en beton. Op de tekentafel ontstond het idee voor een dorp met uitsluitend platte daken, uniek in Europa.

Rare naam: schokbeton

De typische Noordoostpoldersboerderij is eigenlijk de Schokbeton-schuur.  Wat is schokbeton ?

Betonwerker Gerrit Lieve  merkte  in de jaren ’30 dat het beton in zijn kruiwagen na een eindje hobbelen over de bouwplaats er heel anders uit ging zien. Alle luchtbelletjes waren eruit getrild. Het beton was veel gladder en werd uiteindelijk ook veel harder. Superbeton.
Samen met zijn compagnon ontwikkelde zij een ‘schokproces’ door een oude wasmachine om te bouwen tot schokmachine.
Dit kon alleen in een fabriek en niet op de bouwplaats, dus kwam in 1932 in Zwijndrecht de eerste fabriek: ‘NV Schokbeton’.
Kant en klare betonpanelen. Prefab dus. En zij kregen hier patent op.

Ze begonnen een vestiging in Kampen. Veel arbeiders uit de noodlijdende tabaksindustrie van Kampen zochten werk.

Net na de oorlog moesten er in de Noordoostpolder zo’n duizend schuren gebouwd worden.
De tweede fabriek in Kampen kwam goed uit. Vandaar uit konden de prefab schuren zo de nieuwe polder in gereden worden.
Als de fundering er eenmaal lag, was zo’n schuur in een weekje gebouwd.

Oud Kraggenburg

Na het droogpompen van de Noordoostpolder kwam nog meer boven water. Niet alleen Schokland, maar ook Oud Kraggenburg.

Oud Kraggenburg en Schokland worden vaak in één adem genoemd, maar het zijn twee totaal verschillende dingen.

  • Schokland was een eiland in de Zuiderzee, verzwolgen vanaf 1859 maar nu weer herkenbaar in de drooggevallen Noordoostpolder.
  • Oud Kraggenburg was een kunstmatig aangelegde lange strekdam in de voormalige Zuiderzee.

Waar was die dan goed voor ?

Kampen lag direct aan de IJssel en had daardoor een goede verbinding met de Zuiderzee.
Zwolle echter was voor de scheepvaart slecht bereikbaar via het Zwarte Water. Een vaargeul die snel verzande.

Omdat Zwolle  in het midden van de 19e eeuw grootse plannen had, zocht het een oplossing en schreef een prijsvraag uit.
Op die prijsvraag kwam slechts één reactie binnen van een 28-jarige ingenieur van Rijkswaterstaat, Ir. Benjamin Pieter Gesienus van Diggelen.

Maak een lange strekdam, 6 km de Zuiderzee in waarlangs we de schepen richting Zwolle lijden.
Aan het eind van deze leidammen was een ruime vluchthaven, geschikt voor wel zeventig schepen en daarbij een terp met daarop een lichtwachterswoning.


Blokzijl

Een vergelijkbare strekdam als die van Oud Kraggenburg liep vanaf Blokzijl de Zuiderzee in. En ook op het eindpunt van die strekdam was een lichtopstand geplaatst. Toen de Noordoostpolder aangelegd werd, verloor deze aanvaar-route voor Blokzijl zijn functie en is de hele boel opgeblazen en de lange strekdam weer afgegraven.
Spijt natuurlijk.

Daarom is hiervan een fraaie replica gebouwd, op dezelfde lokatie.

lees meer >>>

De andere plannenmakers

Plan-Wenmakers.jpg

In 1883 diende Tweede Kamerlid Age Buma een wetsvoorstel in om te onderzoeken of het mogelijk was de hele Zuiderzee droog te leggen.
In de noordelijke provincies was men tegen het droogleggen van alleen het zuidelijk deel, omdat dat geen bescherming bood aan de noordelijke provincies.

Verzet leidde ertoe dat Buma zijn wetsvoorstel weer introk. Niet bij de pakken neerzittende zocht hij contact met P.J.G. van Diggelen, zoon van de opsteller van het ambitieuze plan Van Diggelen. Zij richtten op 4 januari 1886 de Zuiderzeevereniging op, die moest gaan onderzoeken of het droogleggen van de hele Zuiderzee haalbaar was. Ingenieur Cornelis Lely leidde het onderzoek.

Onderzoeksvragen
De Zuiderzeevereniging had de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

  • Welke gedeelten van Zuiderzee en Wadden komen voor drooglegging in aanmerking?
  • Is het doelmatig een afsluitdam aan te leggen?
    Zo ja, op welke plaats kan die afsluitdam komen, en vooral: waar moet de IJssel uitmonden, binnen of buiten het meer?
  • Wat zijn de voor- en nadelen?

De vragen geven aan dat het hier om de landaanwinning ging, en niet zozeer om bescherming. Immers, voor bescherming alleen had men zich tot een afsluitdam kunnen beperken. Bovendien was daar voor een particulier initiatief weinig aan te verdienen. Voorts blijkt dat de aanwezigheid van de IJssel een nog onopgelost probleem was. Wanneer de IJssel verlengd zou worden om veel noordelijker uit te stromen, dan zou het nieuwe stuk (zeg Zwolle – Wadden) een zo ongunstig verval hebben, dat de IJssel binnen korte tijd zou verzanden. Om deze reden hadden enkele eerdere plannen dan ook een afsluitdam bezuiden de IJsselmonding gelegd, globaal van Enkhuizen naar Kampen.

Uiteindelijk is het plan van inpoldering van Ir. Lely gerealiseerd.
Maar er waren meer plannenmakers.

  • Kloppenburg
  • Faddegon
  • Van Diggelen
  • Beijerinck
  • Stieltjes
  • Leenmans
  • Opperdoes Alewijn
  • Kooy
  • Stevin
  • Buma
  • Wenmakers

Diepvrieshuisjes

Kerken en scholen in de Noordoostpolder

cat-kerken.jpg

Ieder dorp in de Noordoostpolder kreeg drie kerken.

  1. een Hervormde,
  2. een Gereformeerde
  3. en een Rooms-Katholieke kerk.
    In Emmeloord werd voor elk van deze gezindten twee kerken gebouwd.
    Dat maakt samen 36 kerken.

En ieder dorp kreeg drie scholen.

  1. Een school met den bijbel
  2. een rooms katholieke school
  3. een openbare school

Wat is daar nog van over …. ?

Bruggen in de Noordoostpolder

europanaan.jpg

Dit is de brug aan de Europalaan. Toepasselijke naam is dus de Europabrug.

De brug is van 1969.  Toch ging er  een hoop gezeur aan vooraf. Moet het een beweegbare brug worden of niet.
Binnenvaartschepen vanaf Espel moesten de Urkervaart kunnen bereiken, al liep dat bietentransport over water snel terug. Maar de polder was er voor de landbouw. Toch …. ?
En dus werd De Europabrug in de volksmond genoemd:  de bietenbrug.

Lees meer over de bruggen in Noordoostpolder ……

Onze burgemeesters.

De eerste twee namen van de lijst waren geen burgemeester maar een landdrost.
Er was nog geen gemeente. Een landdrost, drost of drossaard was een Nederlands bestuursambtenaar die een bepaald gebied bestuurd.

  • 1942 Sikke Smeding
  • 1954 Arie Pieter Minderhoud
  • 1962 François Marinus van Panthaleon baron van Eck
  • 1973 mr. Gauke Loopstra
  • 1981 Roelf Sietze Hofstee Holtrop
  • 1989 Menno (M.A.J.) Knip
  • 1998 Willem (W.L.F.C.) ridder van Rappard
  • 2010 Aucke van der Werff
  • 2018 Harald (H.K.) Bouman

Vriendschapsbanden

Noordoostpolder heeft een band met

  • Ringerike – Noorwegen
  • Mizumaki – Japan
  • Tollebeek met Tollembeek

Japan-Olympus-26-2-2015-15-39-11.jpgPoldertoren-38

Wat de IJsselmeerpolders Nederland brachten:

Bijvoorbeeld:

Geoogste-akkerbouwgewassen

Volkslied Flevoland:

Vokaal:                  

Instrumentaal :   


Ook Drs. P. heeft een lied gewijd aan Emmeloord

.


Tekst en informatie : Lees meer >>>>>

 gemalen-Flevoland.jpg Witte-knop-boom.jpg Ramspolbrug.jpgRamspol.jpgWitte-knop-luchtwachttoren.jpg Windmolenpark.jpg Balgstuw.jpg Witte-knop-oud-kraggenburg.jpg Natuurgebieden.jpg Witte-knop-kuierlatten.jpg knop-laboratorium 

Onze buur-dorpen

  • Kuinre
  • Blankenham
  • Blokzijl

Zijn ze blij met ons ?

Belangrijke data

1918 Wet tot afsluiting en droogmaking Zuiderzee
29- 4-36 Aanbesteding eerste werk
13-12-‘4O Sluiting Noordoostpolderdijk
7- 1-‘4l Begin bemaling, gemaal Lemmer
1- 9-‘4l Opening eerste arbeiderskamp
8-10-‘4l Eerste inzaai van rogge
7- 8-42 Instelling Openbaar lichaam
9- 9-42 Noordoostpolder officieel droog
l-12-’42 Eerste boerderij betrokken
15-4-43 Opening_ eerste o.l.school (Ens)
15-12-43 Eerste woning in Emmeloord
17- 4-44 Ingebruikneming raadhuis
13- 7-‘5l Werkbezoek Koningin Juliana en Prins Bernhard
20- 6-59 Ingebruikneming poldertoren
1- 7-62 Instelling gemeente
2- l-’64 Ingebruikneming ziekenhuis
1972 Opening stadskantoor
1976 35000ste inwoner gemeente

Allemaal klei in de polder

Dat ligt iets genuanceerder

Zeekleigebieden komen vooral voor in de relatief lager gelegen gebieden van de kustprovincies en Flevoland.