Beiaard
A.D. van Eck, hoofd van de bouwkundige afdeling van de toenmalige Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken), heeft zich sterk gemaakt voor de totstandkoming van een beiaard.
Een actie onder de bevolking, waartoe A.D. van Eck de aanzet had gegeven, leverde in totaal 48 klokken op.
Zo schonk ieder dorp in de Noordoostpolder een klok. (zie Marknesse onderaan)
De Beiaard
De Beiaard heeft 48 in de jaren 1958/59 door klokkengieterij Eijsbouts gegoten klokken, volgens de reeks c1 (2382 kg)-d1-chromatisch-c5.
De zwaarste klok met de naam ‘Juliana Regina’ weegt 2382 kg en doet tevens dienst als luidklok.
De kleinste klok weegt 13 kg
Beiaardier
Na oplevering van het carillon (1959) is het voor het eerst bespeeld door beiaardier Leen ’t Hart.
“Door een druk op de knop zette de minister de grote luidklok, die de naam van koningin Juliana draagt in beweging, waarna de Delftse beiaardier Leen ’t Hart een carillonconcert gaf. Daarmee was de officiële overdracht afgelopen, maar de feestelijkheden zullen nog tot en met aanstaande zaterdag voortduren.
In vroegere jaren was de vaste beiaardier
- 1959 – 1997 Henk Held, de spelende kapper
- in okt 1963 in vaste dienst benoemd door B&W Noordoostpolder
- Vanaf 1997: Dirk S. Donker
- organist van de Grote Kerk in Sneek, Stadsbeiaardier in Groningen, Leeuwarden, Sneek en Dokkum en beiaardier van Emmeloord en Joure
Tegenwoordig is de vaste beiaardier : Anne Kroeze.
Anne Kroeze
(facebook link)
Tchaikovsky schreef voor piano de “12 jaargetijden”. Niet de seizoenen worden hier bedoeld, maar elke maand wordt uitgebeeld.
Januari en Februari schreef hij eind 1875, de overige werken in 1876.
Ik ben van plan ze alle 12 te arrangeren voor beiaard, en elke maand het betreffende werk hier te plaatsen.
Bij deze: Januari.
Alle klokken hebben inscripties
- Juliana Regina (Koningin Juliana)
- Lely ; Fait ce que dois, advienne que pourra (doe wat moet, wat er ook gebeure moge)
- A.D. van Eck, bouwmeester NOP ; Facta non verba (daden, geen woorden)
- De arbeid; Ora et Labora (Bid en werk)
- De vrede; Post Secundum Anno Tertium Decimo (In het dertiende jaar na de tweede wereldoorlog)
- Concordia Res Parvae Crescunt (eendracht maakt macht)
- Ratio Omnia Vincit (Overleg overwint alles)
- Emmeloord
- Marknesse
- Luttelgeest
- Kraggenburg
- Ens
- Nagele
- Creil
- Espel
- Rutten
- Bant
- Tollebeek
De huidige speeltafel (2020)
De speeltijden :
Donderdag van 11.00 tot 12.00 en vrijdag van 19.00 tot 20.00 uur.
In de zomermaanden worden regelmatig concerten gegeven
Marknesse doet niet mee.
Het anti-Emmeloord-gevoel in Marknesse is in die jaren enorm.
Dat blijkt wanneer in 1958 de Stichting Carillon Noordoostpolder in het leven wordt geroepen.
In de te bouwen Poldertoren zal een carillon komen met 48 klokken.
Het zal ‘uit dankbaarheid’ worden aangeboden aan het Nederlandse volk.
Elk dorp krijgt een ‘eigen’ klok.
De bedoeling is dat de dorpen naar draagkracht zullen bijdragen aan de financiering van het carillon.
Marknesse wordt aangeslagen voor 4000 gulden.
De bevolking zal dat bedrag moeten opbrengen.
Het dorpsbestuur van Marknesse waarschuwt nog dat het carillon niet leeft onder de dorpsbewoners
en dat er waarlijk wel wat anders te doen valt op het gebied van voorzieningen.
De collecte voor het carillon gaat niettemin door.
De arme Wagenaar, de Zeeuwse koster van de Hervormde Kerk, wordt langs de deuren gestuurd om het geld op te halen.
De collecte brengt welgeteld één rijksdaalder op.
Volgens de verhalen denkt de gever van die ene rijksdaalder ook nog dat het voor het Rode Kruis is.
Wanneer in de jaren vijftig de discussie losbrandt of de Noordoostpolder in de toekomst uit één dan wel vier gemeenten moet gaan bestaan, kiest menig dorpsgenoot van Marknesse dan ook voor het laatste.
Marknesse zal dan immers één van de vier gemeenten worden.
Het dorp zou dan baas worden in eigen huis.
De achteraf gelukkige keuze voor één gemeente betekent voor Marknesse dat de knokpartij voor voorzieningen met het centrale polderbestuur voortduurt, tot op de huidige dag.
Deze tekst komt uit het boek: Marknesse 50 jaar ‘De geschiedenis van een dorp.’