Yftinus van Popta

Archeoloog achterhaalt vier ‘verdronken dorpen’

Urk en Schokland waren niet de enige eilanden in de Zuiderzee

PoptaNa vijf jaar onderzoek is nu bekend wat de locatie is van vier ‘verdwenen’ middeleeuwse nederzettingen in de Zuiderzee.
Maritiem archeoloog Yftinus van Popta is op 29 oktober 2020 gepromoveerd op het onderzoek naar deze zogenoemde ‘verdronken dorpen’.

Urk en Schokland waren niet de enige eilanden in de Zuiderzee. In de middeleeuwen waren er nog vier nederzettingen. Lange tijd was onduidelijk waar deze eilanden precies hebben gelegen, maar Van Popta is erachter gekomen, na jarenlang onderzoek naar het noordoostelijke deel van het Zuiderzeegebied.

Alle archeologische vondsten die in Noordoostpolder zijn gevonden, zijn in kaart gebracht. Het gaat om botten, aardewerk, bakstenen en dakpannen. Naast Urk en Schokland zijn er nog vier andere plekken met een hoge dichtheid aan soortgelijke archeologische vondsten.

Lange tijd werd ervan uitgegaan dat de vondsten van schepen kwamen. Maar volgens Van Popta zijn het de locaties van de verdronken dorpen.

Uit bronnen uit de vroege middeleeuwen blijkt dat er vier nederzettingen in dat gebied hebben bestaan.
Het zou gaan om de dorpen ‘Marcnesse, Nagele, Fenehuysen I en Fenehuysen II’.

Het gevonden aardewerk in de gebieden komt grotendeels uit de late middeleeuwen. Op luchtfoto’s en satellietbeelden is ook te zien dat in het huidige Kuinderbos lijnen zijn die door mensen moeten zijn gemaakt. In de vroege middeleeuwen was dit stuk van de Noordoostpolder een groot veengebied. Uit archeologisch onderzoek van Van Popta blijken dit sloten te zijn, die in de middeleeuwen zijn aangelegd. Bij deze sloten zou een van de nederzettingen van Fenehuysen horen.

kaart-Popta

Boeren en handelaren
Uit het onderzoek blijkt dat de eerste bewoners al in de 10e en de 11e eeuw in het gebied woonden. De eerste bewoners begonnen met ontginnen en het land klaarmaken voor landbouw. Op verschillende plekken werden kleine nederzettingen gebouwd. De ene nederzetting bleek succesvoller dan de andere. Het Overijsselse Kampen is een van de nederzettingen die uitgroeide tot grote handelsplaats. Het eiland Nagele had minder geluk. Het lag op een kwetsbare plek voor stormen. Het dorp verdronk uiteindelijk in de Zuiderzee. Het huidige dorp Nagele is naar deze oude nederzetting vernoemd.De exacte locaties bepalen van de vier verdronken dorpen is lastig. De mogelijke resten in de grond zijn ernstig aangetast. Verder onderzoek in historische bronnen en oude kaarten moet het mogelijk maken om de verdronken dorpen nauwkeuriger aan te wijzen. Dan zou onderzoek op locatie zinvol kunnen zijn. Dan kan Van Popta beginnen met een zoektocht naar putten, kuilen en funderingen en andere resten van de dorpen.

kaart-Popta-2

Scheepswrakken snel verstopt

Tientallen meldingen van scheepswrakken waren kort na het drooggevallen van de polder opeens weer snel verdwenen.
De landeigenaren (boeren)  hadden geen zin in het gedoe van archeologen.
De boeren en arbeiders verwijderde snel het wrak. Voor de archeologen was er al snel niets meer te vinden.

Dit is gebleken uit onderzoek van Yftinus van Popta.

Bron : logo-Flevoland

Tientallen meldingen van scheepswrakken in de Noordoostpolder zijn kort na de vondst in de jaren ’40 plotseling spoorloos verdwenen.

Volgens maritiem archeoloog Yftinus van Popta hebben op deze meldingsplekken vaak wel scheepswrakken gelegen.

Volgens Van Popta hadden landeigenaren in die tijd veelal geen zin in allemaal gedoe van archeologen. Want archeologisch onderzoek vergt veel tijd en dat zou het klaarmaken van het land in de weg zitten. De gemaakte meldingen zijn later dan ook ingetrokken. Het wrak is vervolgens rigoureus door de eigenaren en arbeiders verwijderd. Archeologen vonden dus niks na een melding.

Deze zogenoemde ‘spookschepen’ hebben bestaan. Er zijn geen sporen meer van te vinden in de grond, maar wel in de boeken. Door de archeologische gegevens te koppelen aan krantenartikelen, verslagen en andere bronnen, heeft de maritiem archeoloog de identiteit van twee ‘spookschepen’ achterhaald. De wrakken zouden op een akker in Rutten hebben gelegen, maar waren dus bij aankomst van archeologen verdwenen.

De Drie Gebroeders
Op een oude aantekening van een landarbeider vond Van Popta de naam en de gegevens van een gevonden scheepswrak. Het zou gaan om De Drie Gebroeders met aan boord een grote hoeveelheid grind. Uit onderzoek door Van Popta blijkt dat De Drie Gebroeders daadwerkelijk heeft bestaan en ook is gezonken voor de kust van Lemmer, het huidige Rutten. Dat gebeurde in 1909. Ook de omschrijving van de goederen die vervoerd zijn, komt overeen met de eerste melding die is gedaan na de vondst van het wrak.

Krantenartikel over de scheepsramp

In een krantenarchief trof Van Popta een interview aan met de schipper, Seije Geerts van Dijk. De schipper vertelde dat het schip met mooi weer vast kwam te zitten in het wrak van een schip dat eerder dat jaar was gezonken. Ook de locatie en de gegevens van dit schip, ‘De Hoop’ wist Van Popta boven water te krijgen.

‘De Hoop’ van schipper Geert Dinkla verging in een grote storm. Zijn vrouw, drie kinderen en de knecht kwamen bij de scheepsramp om het leven. Schipper Dinkla was de enige overlevende.

Schipper Geert Dinkla

Tientallen schepen vermist
Volgens Van Popta zijn er nog veel van dit soort onbekende verhalen en zijn er nog tientallen vermiste wrakken in de Noordoostpolder. Daarnaast denkt de maritiem archeoloog dat er ook spookschepen in de andere delen van Flevoland bestaan.

Eerdere onderzoeken
Archeoloog Yftinus van Popta heeft vaker onderzoek gedaan in Flevoland. In 2018 werkte hij aan de opgraving van het schip ‘Queen Anne’. Dit Engelse schip was in de 18e eeuw vergaan, op de plek waar nu Rutten ligt. In 2019 ontrafelde Van Popta het raadsel van een gevonden scheepswrak in Zeewolde. Het bleek te gaan om een tjalk die in 1893 zonk in de Zuiderzee.